CS EDI Control

EDI berichten zijn voorzien van GLN nummers, die een adres identificeren. Op klantkaarten dient dit GLN nummer te worden ingegeven op het tabblad Facturering.

De schakelaar GLN gebruiken in elektronische documenten wordt genegeerd in de app. CS EDI Control gebruikt altijd het GLN nummer op de klantkaart.

Op het tabblad CS EDI wordt ingesteld hoe met de klant wordt gecommuniceerd.

GLN-communicatie:

Dit GLN nummer wordt gebruikt als adrescode voor de partij waarmee gegevens worden uitgewisseld namens de klant. Dit kan een (afwijkend) servicecentrum zijn, waarmee de klant communiceert.

Ingave van dit GLN nummer is niet verplicht en kan ook door middel van mapping worden bepaald door de EDI Service provider.

Pricat:

Dit is een keuzeveld, dat aangeeft of PRICAT berichten moeten worden verstuurd naar de klant en of deze moeten worden voorzien van een testindicator of niet. Met behulp van de testindicator kan een bericht naar een testomgeving worden gerouteerd.

Orders:

Dit is een keuzeveld, dat aangeeft of ORDER berichten moeten worden verwerkt van de klant en of deze zijn voorzien van een testindicator of niet. Dit keuzeveld dient als filter voor orderberichten. Alleen orders die een testindicator hebben die overeenkomst met deze instelling worden voor deze klant verwerkt.

Order responsberichten:

Dit is een keuzeveld, dat aangeeft of ORDRSP berichten moeten worden verstuurd naar de klant en of deze moeten worden voorzien van een testindicator of niet. Met behulp van de testindicator kan een bericht naar een testomgeving worden gerouteerd.

Verzendadviezen:

Dit is een keuzeveld, dat aangeeft of DESADV berichten moeten worden verstuurd naar de klant en of deze moeten worden voorzien van een testindicator of niet. Met behulp van de testindicator kan een bericht naar een testomgeving worden gerouteerd.

Facturen:

Dit is een keuzeveld, dat aangeeft of INVOIC berichten moeten worden verstuurd naar de klant en of deze moeten worden voorzien van een testindicator of niet. Met behulp van de testindicator kan een bericht naar een testomgeving worden gerouteerd.

Creditnota’s:

Dit is een keuzeveld, dat aangeeft of INVOIC berichten (van het type ‘correctie’) moeten worden verstuurd naar de klant en of deze moeten worden voorzien van een testindicator of niet. Met behulp van de testindicator kan een bericht naar een testomgeving worden gerouteerd.

Uw referentie verplicht:

Deze schakelaar geeft aan of het veld Uw referentie op een verkoopdocument verplicht is voor deze klant. In dit veld wordt het ordernummer (referentienummer van de klant) verwacht.

De controle vindt alleen plaats bij het aanmaken van een EDI bericht, niet bij ingave of vrijgave van een verkoopdocument.

Klantkruisverwijzing vereist:

Deze schakelaar geeft aan of voor de betreffende klant eigen artikelreferenties van de klant moeten bestaan.

De controle vindt alleen plaats bij het aanmaken van een EDI bericht, niet bij ingave of vrijgave van een verkoopdocument.